Het Brugs winkel- en handelsplan voor de Brugse binnenstad dat gisteren door het stadsbestuur werd voorgesteld moet ambitieuzer

We moeten voluit gaan voor een bruisende binnenstad met een mix van verschillende handelszaken. Daarbij moeten we focussen op het aantrekken van kwaliteitsvolle zaken en te strakke regelgeving vermijden.

Het Brugse schepencollege heeft aangekondigd dat ze geen extra toeristische winkels meer in de Brugse binnenstad zullen toelaten. Het college wil daarom tegen de zomer van 2022 een nieuwe gemeentelijke verordening in voege laten treden. Op zich is het een goeie zaak dat het stadsbestuur initiatief neemt om van onze binnenstad een bedrijvige kern te maken. Maar ondanks het goeie voornemen mag het een pak ambitieuzer en actiever. Dat zal nodig zijn om de leegstand in de binnenstad tegen te gaan

We moeten erover waken dat het werkbaar blijft om een nieuwe zaak te openen in onze mooie stad. Een te rigide kader zou creatieve ondernemers afschrikken en net leegstand in de hand kunnen werken. We moeten proactief mooie handelszaken aantrekken ipv al te veel verboden op te leggen. Daarnaast stellen we ook vragen bij de toekomstige verordening. Zal die juridisch sluitend zijn en wat verstaat het stadsbestuur onder ‘kwaliteit’? Het stoort me telkens men alle kantwinkels onder de noemer ‘te vermijden toeristische winkels’ onderbrengt. Kant vormt een deel van de Brugse identiteit, is historisch aan onze stad verbonden. Als een creatieve ondernemer een nieuwe hoogkwalitatieve speciaalzaak wil openen, mag die niet afgeremd worden door Brugse reglementitis. Als stad moeten we naar de horizon kijken en inspelen op toekomstige trends en het winkelen van de toekomst.

Lees het volledige artikel van HLN via deze link