Vooral verplichte inburgeraars

Wie in Vlaanderen een inburgeringstraject start, tekent een inburgeringscontract. Dat contract legt de rechten en plichten van de inburgeraar vast. Sommigen zijn wegens hun statuut verplicht tot zo’n traject, anderen hebben er recht op. Wie instapt, wordt verwacht het traject af te ronden. 

Maaike De Vreese achterhaalde laatste cijfers, die gaan tot en met 2019. “Het aantal personen met een inburgeringscontract stijgt. In 2019 waren er 22.970, in 2018 21.582 en in 2017 waren het er 21.771.” Van de 22.970 inburgeraars in 2019 waren een kleine 10.000 ‘verplichte’. De grote meerderheid kwam van buiten de EU: 18.093. Vlaams Parlementslid De Vreese noemt de stijging een goede zaak, maar zou graag meer ‘rechthebbende’ inburgeraars bereiken.

Werk maken van verplichte vergoeding voor inburgering

Tegelijk betekent meer instappers ook meer kosten voor de overheid, beseft ze. “Uiteraard heeft de regering momenteel andere prioriteiten. Maar eens ze terug dossiers gaat oppikken los van de coronacrisis, moet er werk worden gemaakt van een betalend en dus meer kostendekkend inburgeringsbeleid. Zo staat het ook in het regeerakkoord. Inburgeraars zullen een billijke financiële vergoeding moeten betalen voor onder meer een cursus maatschappelijke oriëntatie, een cursus Nederlands en de testen die ze moeten afleggen.”

Impact coronacrisis

De coronacrisis maakt de opvolging van de inburgeringstrajecten niet makkelijk. Toch bereikt het Agentschap Inburgering en Integratie nog 90 procent van de cursisten via digitale kanalen. “De cursussen vinden momenteel online verder plaats. De impact van corona op het inburgeringsbeleid is nog niet duidelijk. Heeft de situatie gevolgen op de voorziene hertekening van het inburgeringstraject, bijvoorbeeld qua timing? Is de versnelde digitale omschakeling positief ervaren en kunnen we daar verder op inzetten? Dat wil ik alvast aan bod brengen bij een speciale corona-gedachtewisseling in de bevoegde commissie in het parlement.”