1.531 asielzoekers hebben vorig jaar een inburgeringscontract afgesloten. In 2019 waren dat er nog 1.771. Vlaams Parlementslid De Vreese spoorde de minister begin 2020 aan om gebruik te maken van de voorrangsregeling die in het huidige decreet staat ingeschreven. Dat stelt dat asielzoekers geen prioritaire doelgroep zijn. Daarnaast hebben de integratieagentschappen geen extra wervingsacties gedaan ten aanzien van asielzoekers in asielcentra. Dat betekende wel niet dat er geen asielzoekers meer in het inburgeringstraject zaten. “Een inburgeringstraject kost onze maatschappij veel geld en geeft mensen die hier niet kunnen blijven valse hoop. We moeten daarom waken dat we de middelen efficiënt en prioritair inzetten voor nieuwkomers met een toekomst in Vlaanderen. Dat verhindert het federale niveau en Fedasil niet om reeds basiscursussen waarden en normen te geven in de opvangcentra zodat ze ook daar onze fundamentele principes van onze samenleving aanleren. De Vlaamse Regering heeft alvast ondersteuning aangeboden aan het federale niveau. De bal ligt nu in het kamp van de federale staatssecretaris Mahdi.”

Geen valse hoop

“Met het nieuwe inburgeringsdecreet zorgen we ervoor dat enkel personen die reeds zeker zijn dat ze hier kunnen blijven, toegang krijgen tot een inburgeringscursus. Op deze manier zorgen we ervoor dat we voldoende inburgeringstrajecten hebben voor iedereen die verplicht is een inburgeringstraject te volgen en vermijden we wachtlijsten. Ten slotte geven we asielzoekers, die nog niet zeker zijn van een mogelijk verblijf in ons land, zo geen verkeerd signaal door ze te laten deelnemen aan een volledig inburgeringstraject”, besluit De Vreese.