Ondanks de coronacrisis en de Oekraïnecrisis zijn de Vlaamse en West-Europese economie vooralsnog niet stilgevallen. Meer zelfs, Vlaanderen kampt met een gigantische krapte op de arbeidsmarkt.

Maar de Europese Commissie heeft een wondermiddel gevonden om die krapte op te lossen. ‘Om het eenvoudig te stellen: we redden het niet zonder arbeidsmigratie’, stelde vicevoorzitter van de Europese Commissie Margaritis Schinas. Dat was inderdaad eenvoudig, om niet te zeggen simplistisch gesteld. Volgens Schinas zal ongebreidelde arbeidsmigratie vanuit Marokko, Algerije, Tunesië niet alleen de immense krapte op onze arbeidsmarkt oplossen, maar ook de illegale migratiestroom vanuit deze Noord-Afrikaanse landen automatisch aan banden leggen, de Europese transitie naar groene en digitale economie verwezenlijken én de vergrijzing van de Europese arbeidsbevolking tegen gaan. Dit alles zonder enige voorwaarden op te leggen aan de landen van herkomst. Integendeel, die landen wil ze nog belonen met een koffertje middelen onder het mom van ontwikkelingssamenwerking.  Overigens zou de Commissie zich beter eerst concentreren op het tegengaan van illegale, ongecontroleerde migratie en het maken van terugname-akkoorden, maar voorlopig zien we geen enkele vooruitgang op dat vlak.

Met het oog op de vergrijzing van de Europese (arbeids)bevolking wil de Europese commissie werknemers één-op-één-vervangen door derdelanders. Is dat nodig? In innovatieve regio’s als Vlaanderen en bij uitbreiding Europa toch ook durven nadenken over andere oplossingen: zoals robotisering of AI-toepassingen om het tekort aan handen aan te pakken.

De arbeidsmarkt staat in brand

Is er krapte op de arbeidsmarkt in Vlaanderen en Europa? Ja.  Moeten we hiervoor dringend oplossingen vinden ? Out-of-the-box denken? Ja.

Elke week trek ik er op uit om te luisteren naar onze bedrijven en hun besognes. “Personeel, mevrouw. Goeie gekwalificeerde mensen.” Dat is hun eerste bekommernis. Iedereen die wil meewerken aan oplossingen om de krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken, zal in mij een bondgenoot vinden. Ook als die oplossing zeer gerichte arbeidsmigratie is. Maar ongebreidelde en onvoorwaardelijke arbeidsmigratie? Neen, dat is niet de oplossing.

Tot op de dag van vandaag worstelen we nog altijd met de impact van de grote arbeidsmigratiestroom van de jaren 60 en 70. De gevolgen stellen onze maatschappij nog steeds voor enorme uitdagingen. De integratie liep niet van een leien dakje. Culturele verschillen, de integratie van nieuwkomers zijn niet altijd gemakkelijk. Arbeidsmigratie gaat immers altijd gepaard met volgmigratie en gezinshereniging. Of zoals de Nederlandse arbeidsinspectie in een toelichting aan de NOS het verwoordde: de baten van de arbeidsmigratie komen veelal bij de werkgevers terecht, terwijl de samenleving de kosten draagt. Vooraleer we deze weg inslaan, moet men dus zeer goed nadenken over de juiste omkadering, strikte voorwaarden en een duidelijk plan om nieuwkomers correct te integreren.

Wat doet Vlaanderen?

Deze Vlaamse meerderheid heeft een aantal zeer duidelijke keuzes gemaakt, met een vraaggestuurd beleid met een focus op hooggeschoolden en knelpuntberoepen. We volgen hierbij het zogenaamde ‘concentrisch’ model: eerst kijken in eigen regio, de rest van het land, de EU en pas in laatste instantie naar derde landen. In die volgorde, heel gericht, op basis van de noden op onze Vlaamse arbeidsmarkt. Ik blijf op die nagel kloppen in het Vlaams Parlement.

Dat model moeten we nog uitdiepen en streng genoeg invullen. We moeten voorwaarden durven stellen. Want waarom moeten we direct naar pakweg India kijken voor meer verpleegkundigen en naar Marokko voor ICT’ers? Hebben we zelf al voldoende moeite gedaan om ons concentrisch model uit te werken? Hebben we al voldoende projecten opgezet net over de taalgrens of binnen de EU om hier potentiële arbeidskrachten te vinden?

Bovendien, als we dan geprefereerde partners buiten de EU zoeken, laat ons dan in eerste instantie kijken naar landen waar we al goed mee samenwerken: waar we verregaande Europese toetredingsonderhandelingsgesprekken mee voeren of landen die reeds visumvrijstelling genieten.  Denk maar aan de Balkanlanden zoals Albanië en Servië of landen zoals Georgië, … Maar Maghreblanden die niet meewerken aan de terugkeer van personen in illegaal verblijf of criminelen, moeten we toch niet belonen met dit soort Europese deals?

Voor wat, hoort wat.

Daar stopt het niet. Indien we het draagvlak voor nieuwkomers willen behouden, dan moeten we visa voor volmigratie en gezinsherenigers durven koppelen aan een doorgedreven integratie- en inburgering. Want het is nu eenmaal evidenter om mensen te integreren waarmee je een gedeelde, Europese geschiedenis en dezelfde cultuur, waarden en normen hebt of toch bereid zijn deze te aanvaarden. Ik heb er in het parlement reeds meermaals voor gepleit dat gezinsherenigers  onze taal leren en een deel van het Vlaams integratietraject afleggen in het land van herkomst. Cursussen NT2 en Maatschappelijke Oriëntatie kan je tegenwoordig ook digitaal volgen, dat heeft de coronacrisis meermaals bewezen. We wachten daarvoor nog altijd op witte rook uit het federaal parlement.

The war for talent gaat hard en we mogen absoluut niet achterblijven. We hebben inderdaad, zoals de Commissie stelt, snellere en kortere procedures nodig om hooggeschoold talent toegang te verschaffen tot onze arbeidsmarkt.  Sinds begin deze legislatuur hamer ik daarop en Minister Crevits werkt daar hard aan. Maar terwijl Vlaanderen procedures inkort kan federaal – de Dienst Vreemdelingenzaken – niet volgen. Dit terwijl ze enkel een laatste veiligheidscheck moeten uitvoeren.  Dossiers blijven er 4 tot 6 weken liggen: onverantwoord en schandalig lang.

Werk aan de winkel

Maar we moeten in Vlaanderen nog veel ambitieuzer zijn om talent aan te trekken.

Vlaanderen bekijkt – op mijn uitdrukkelijke vraag – het zogenaamde systeem van het ‘erkend ondernemerschap’. In dat systeem worden bedrijven, organisaties en andere werkgevers vooraf als referent erkend door de overheid. De papiermolen wordt op deze manier in bedwang gehouden.

Laat ons onmiddellijk  starten met de verdere uitbouw van de website ‘Work in Flanders’: maak daar een duidelijk, professioneel Engelstalig informatieplatform van. Waar werkgevers en werknemers alle noodzakelijk informatie terugvinden, gekoppeld aan een vacaturedatabank.

Promoot met de Vlaamse regering en zijn diplomaten bij elk contact Vlaanderen als dé woon- en werkregio. Zet daar als Vlaanderen ook actief op in door de voor ons interessante landen te bezoeken. Wees proactief en organiseer verkenningsreizen op naar landen zoals Taiwan, Canada, Brazilië, …en zet gerichte proefprojecten met deze landen op.

Zorg er ook voor dat mensen zich hier thuis voelen. Rol de rode loper voor deze hooggeschoolde talenten uit. Al lachend noemde ik het in de commissie de oranje loper, naar Nederlands voorbeeld, want daar weten ze deze topprofielen te soigneren. Richt hier dus ook een International House op. Een warm huis waar internationaal talent bij aankomst alle informatie en hulp kan krijgen wat betreft huisvesting, onderwijs voor de kinderen, sociale zekerheid, gezondheidszorg, financiën en alle andere administratie. Zorg dat die drempels en struikelblokken weggenomen worden zodat we concurrentieel zijn met de ons omringende landen.